Het is de 10e verjaardag van de CAO nr. 100 van 1 april 2009 over de verplichting een beleid te voeren omtrent AMD-misbruik op de werkvloer. De CAO gaat uit van een sterke preventieve benadering van de alcohol- en drugproblematiek.
De CAO nr. 100 schept een kader waarbinnen de onderhandelingen in private ondernemingen moeten plaatsvinden. Hierin wordt bepaald dat de ondernemingen ten laatste op 1 april 2010 over een preventief alcohol- en drugsbeleid dienen te beschikken.
Dit beleid moet er op gericht zijn functioneringsproblemen ten gevolge van alcohol- en druggebruik te voorkomen en adequaat te reageren wanneer deze toch opduiken. De nadruk leggen op het disfunctioneren van een werknemer zorgt voor een correcte, objectieve aanpak. Deze aanpak is efficiënt doordat de werknemer op zijn arbeidsgedrag zelf aangesproken wordt, wat volledig binnen de relatie werkgever-werknemer valt. Er wordt niet toegespitst op een problematisch gebruik van alcohol of drugs zelf.
De CAO gaat uit van een sterke preventieve benadering van de alcohol- en drugproblematiek. De primaire preventie moet voorop staan. Het is dus niet de voornaamste bedoeling om de werknemer te confronteren met het gebruik van alcohol of drugs zelf, maar wel met de gevolgen die dit gebruik kan hebben binnen de werksituatie.
Het inschakelen door de werkgever van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer voor het verrichten van alcohol- of drugstesten is uit den boze. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer dient zich immers steeds in een onafhankelijke positie ten opzichte van zowel werkgever als werknemer te bevinden.