Hoe ziet het nieuwe Strafwetboek eruit?

Op 22 februari 2024 heeft de Kamer van Volksvertegenwoordigers boek 1 (algemene beginselen) en boek 2 (misdrijven) van het nieuwe Belgische Strafwetboek goedgekeurd. Het nieuwe wetboek zal in werking treden op 9 april 2026, twee jaar na de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad. Het is immers ondertussen op 8 april 2024 in het BS verschenen.

Dit wetboek zal het huidige Strafwetboek vervangen, dat dateert uit 1867 en dat door de vele wijzigingen doorheen de jaren een complex geheel was geworden. De wijziging beoogt een grotere leesbaarheid, maar ook een inhoudelijke modernisering en heeft de ambitie om het strafrecht beter te laten aansluiten bij de hedendaagse normen en waarden. De rode draad doorheen de hervormingen is om de tekst van de wet accuraat, eenvoudig en coherent te houden. 

Belangrijkste wijzigingen

  • Het klassieke onderscheid tussen misdaden, wanbedrijven en overtredingen wordt afgeschaft. In plaats daarvan zal het Strafwetboek voortaan voor elke vorm van strafbaar gedrag de term “misdrijf” hanteren.
  • Misdrijven zullen worden bestraft volgens acht sanctieniveaus. Dat is een sterke vereenvoudiging ten opzichte van het huidige systeem. De bijzondere misdrijven voorzien niet langer in een eigen minimum- en maximumstraf, maar verwijzen louter naar het toepasselijke bestraffingsniveau. Naast de acht sanctieniveaus voor natuurlijke personen, bepaalt het nieuwe wetboek ook acht sanctieniveaus voor rechtspersonen. Het complexe conversiemechanisme waarbij de straffen voor natuurlijke personen omgerekend moesten worden naar straffen voor rechtspersonen is daardoor niet langer van toepassing.
  • Voor de strafbare deelneming maakt het nieuwe Strafwetboek komaf met het (in praktische onbruik geraakte) onderscheid tussen mededaderschap en medeplichtigheid. Voortaan is iedereen deelnemer die wetens en willens op betekenisvolle wijze bijdraagt tot een misdrijf op één van de deelnemingsvormen die de wet opsomt. Elke deelnemer valt onder hetzelfde strafniveau als de hoofddader. Ook wie slechts nuttige, maar geen noodzakelijke hulp bood bij het plegen van het misdrijf en voorheen als medeplichtige een lagere straf riskeerde, zal dus als dader worden bestraft.
  • Het toepassingsgebied van de strafbare poging – voorheen gekoppeld aan de onderverdeling tussen misdaden, wanbedrijven en overtredingen – wordt ingrijpend gewijzigd. Het nieuwe Strafwetboek bepaalt dat de poging altijd strafbaar is voor opzettelijke misdrijven. De strafbare poging wordt bestraft met een straf van strafniveau onmiddellijk onder het strafniveau toepasselijk op het voltooide misdrijf.
  • Het nieuwe Strafwetboek maakt voortaan een onderscheid tussen de begrippen “verzwarende bestanddelen” en “verzwarende factoren”. De aanwezigheid van verzwarende bestanddelen heeft tot gevolg dat het misdrijf volgens een hoger sanctieniveau wordt bestraft. Daarnaast kan de wet ook voorzien in verzwarende factoren. Dergelijke factoren hebben niet tot gevolg dat de rechter een straf van een hoger sanctieniveau kan opleggen, maar zijn elementen die in rekening gebracht moeten worden bij de keuze van een concrete straf binnen een bepaald sanctieniveau en de zwaarte van die straf. Dit onderscheid werd al geïntroduceerd bij de recente hervorming van het seksueel strafrecht. 
  • De regels van samenloop ondergaan een aantal ingrijpende wijzigingen. Bij eendaadse samenloop van verschillende misdrijven kan – net als onder het huidige Strafwetboek – enkel de zwaarste straf worden opgelegd, maar kunnen de bijkomende straffen voortaan wél worden gecumuleerd. Voor meerdaadse samenloop kan de hoofdstraf van het zwaarste misdrijf worden verhoogd naar het onmiddellijk hogere niveau. Indien de zwaarste straf tot niveau zeven of acht behoort, is dergelijke verhoging echter niet mogelijk. Ook bij meerdaadse samenloop kunnen de bijkomende straffen gecumuleerd worden. Daarnaast valt het bestraffingsregime van het collectief of voortgezet misdrijf voortaan samen met het regime van de meerdaadse samenloop. Indien verschillende misdrijven door eenheid van opzet als één voortgezet of collectief misdrijf worden beschouwd, zullen de regels van meerdaadse samenloop met andere woorden van toepassing zijn.
  • Uit de aangenomen tekst blijkt het afnemende belang van de gevangenisstraf, die terecht als ultimum remedium wordt beschouwd. Wel introduceert het Strafwetboek een aantal nieuwe straffen, zoals “de geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel” voor natuurlijke en rechtspersonen en de “dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap” voor rechtspersonen, als equivalent van de reeds bestaande werkstraf voor natuurlijke personen.
  • Ten slotte schrapt de hervorming enkele in onbruik geraakte misdrijven, zoals “het verstoren van de openbare orde in markten of graanhallen” of “het bekendmaken van de namen van mensen die zaken in onderpand geven aan de Berg van Barmhartigheid” en voert ze een aantal nieuwe misdrijven in, waaronder het misdrijf van ecocide. Ecocide behelst het opzettelijk plegen van een illegale handeling die ernstige, grootschalige en langdurige schade aan het milieu veroorzaakt, in de wetenschap dat deze handelingen dergelijke schade toebrengen.

Hoe kwam het nieuwe Strafwetboek tot stand?

Al in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw waren er pogingen om tot een nieuw Strafwetboek te komen. Maar de basis voor dit nieuwe document is gelegd vanaf 2015, onder toenmalig minister van Justitie Koen Geens (CD&V). Hij heeft een commissie van strafrechtexperten opgericht die al een belangrijke basis wist te leggen. Voormalig minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) stelde diezelfde experten bij het begin van deze regeerperiode opnieuw aan. Zij slaagden er de voorbije jaren in om Boek I, dat de algemene bepalingen van het strafrecht vastlegt, en Boek II, dat de verschillende misdrijven en mogelijke straffen behandelt, te herschrijven.

Vorige zomer werden de wetsontwerpen daarover goedgekeurd door de ministerraad, begin dit jaar ging ook de commissie Justitie van het federaal parlement akkoord. Eind februari was er dan de goedkeuring door de meerderheid in de Kamer. Op 8 april 2024 verscheen het in het Belgisch Staatsblad. Twee jaar na deze publicatie, dus op 9 april 2026, zal het nieuwe wetboek in werking treden.

Links met preventie en strafrecht op de Prenne

Bij een arbeidsongeval kon art. 418 (oud) Strafwetboek (Sw) naast inbreuken op de welzijnswet in een Pro-Justitia (PJ) voorkomen. Dit is nu opgenomen in Titel 3 (misdrijven tegen de persoon), hoofdstuk 1 (misdrijven tegen het leven), afdeling 2 (doden door een ernstig gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid). In art. 106 (nieuw) Sw staat vermeld "Het doden door een ernstig gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid wordt bestraft met een straf van niveau 2."

De 8 niveaus van hoofdstraffen zijn terug te vinden in art. 36 (nieuw) Sw. Zes straffen zijn voorzien voor niveau 2, waaronder de oude mogelijkheid van een gevangenisstraf van 6 maanden tot 3 jaar. De bijkomende straffen in art. 37 (nieuw) Sw. Voor rechtspersonen zijn dit respectievelijk art. 38 en 39 (nieuw) Sw. In art. 52 (nieuw) Sw worden geldboeten (als vermogensstraf) vermeld. In het (nieuwe) Sw is de vermenigvuldiging met opdeciemen ook niet meer nodig. 

Op Prenne 70 op 18 juni 2024 is er om 11.15 u een module rond strafrechtelijke aansprakelijkheid van Sara Torrekens. Misschien wordt naast de cases ook eventjes een tipje van de sluier gelicht van het nieuwe Strafwetboek? Voor de zomer wordt tevens een nieuw Sociaal Strafwetboek (SSw) verwacht. Ondertussen is dit goedgekeurd in de Commissie Sociale Zaken

Meer informatie

Bron: Eubelius, VRT NWS, Team Justitie