De wereld van veiligheid en welzijn op het werk is continu in verandering. Het is dan ook logisch dat je als preventieadviseur regelmatig bijschoolt om bij te blijven, toch? Wat als je dat niet doet?
Alle preventieadviseurs hebben het recht en de plicht om zich bij te scholen, om op de hoogte te blijven van de wijzigingen in de reglementering over het welzijn op het werk en van de wetenschappelijke en technische vooruitgang in dit domein (artikel II.1-22).
De verplichting tot bijscholing geldt voor alle preventieadviseurs, ongeacht of het gaat om preventieadviseurs die een aanvullende vorming (niveau I of II) hebben, dan wel om preventieadviseurs met basiskennis (die al dan niet een cursus basiskennis hebben gevolgd).
De omvang van de bijscholingsplicht voor de preventieadviseur wordt door de regelgeving niet vastgelegd. Deze moet worden bepaald in overleg met de werkgever.
Voor niveau 1 en 2 geldt de jaarlijkse driedaagse bijscholing als een goede praktijk die sterk aanbevolen wordt.
De preventieadviseur moet bovendien van zijn werkgever de toelating krijgen om alle nuttige contacten te onderhouden met gespecialiseerde instanties die in staat zijn hen de gewenste bijscholing te bezorgen.
Bijscholingen kunnen worden georganiseerd door de inrichters die de aanvullende vormingen voor preventieadviseurs aanbieden, maar ook door andere organisatoren die worden opgesomd in artikel II.4-30, 1° tot 5° van de codex (zoals de FOD Werkgelegenheid, representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties, organisaties die vertegenwoordigd zijn in de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk, enz.), op voorwaarde dat zij dergelijke bijscholingen organiseren op structurele wijze, dat wil zeggen ten minste gedurende drie dagen (al dan niet opeenvolgend) op een jaar, en onder de vorm van studiedagen of seminaries met betrekking tot minstens 2 van de kennisdomeinen of vaardigheden waarover een preventieadviseur moet beschikken (artikel II.4-29).
De omvang van de bijscholingsplicht voor de preventieadviseur wordt door de regelgeving niet vastgelegd. Voor niveau 1 en 2 geldt de jaarlijkse driedaagse bijscholing als een goede praktijk die sterk aanbevolen wordt.
Attesten van bijscholingen hoef je niet door te sturen naar een overheidsinstantie, maar hou ze wel zelf bij zodat je kan aantonen dat je je hebt bijgeschoold.
Dit diploma ‘vervalt’ niet, in tegenstelling tot dit van een milieucoördinator die wel bijscholing (30 uren/jaar) moet bewijzen.
Er wordt wel sterk aangeraden om ten minste drie dagen per jaar bijscholing te volgen. Dit is logisch aangezien je mee moet zijn als preventieadviseur om te kunnen garanderen dat alles in de organisatie loopt zoals het moet.