Een nieuwe wet zet de machinerichtlijn uit 2006 om in een verordening. Wat brengt deze nieuwe wetgeving?
De richtlijn uit 2006 is een van de belangrijkste wetteksten die de harmonisatie van essentiële gezondheids- en veiligheidseisen voor machines op EU-niveau regelt. Het bevordert het vrije verkeer van machines binnen de interne markt en zorgt voor een hoog niveau van veiligheid voor werknemers en burgers in de EU.
De nieuwe verordening moet helpen om werknemers en consumenten beter te beschermen en harmoniseren de veiligheidsregels in alle EU-landen. Dit zal ook de geloofwaardigheid en goede naam van de Europese industrie aanzienlijk vergroten en haar concurrentievermogen op het wereldtoneel vergroten.
Door de richtlijn om te zetten in een verordening ontstaat het wettelijk kader dat rechtstreeks toepasselijk is in alle lidstaten en voor alle marktdeelnemers duidelijk is. En dit zonder omzetting van de nieuwe wetgeving in alle Europese landen. De verordening zal ook betrekking hebben op nieuwe risico's in verband met opkomende technologieën, zoals cobots, machine learning en artificiële intelligentie. Ook moet er een antwoord komen op de uitdagingen van morgen, zoals de met het internet geconnecteerde machines of cybersecurity.
De lijst van machines met een "hoog risico" (de vroegere bijlage IV, gevaarlijke machines, dit wordt de nieuwe bijlage I) met verplichte conformiteitsbeoordeling door derden wordt opgesplitst in twee delen A en B.
In deel A, blijven er nu slechts 6 producten over die gekeurd moeten worden door een aangemelde instantie:
Voor de overige ‘gevaarlijke’ machines die de meeste productcategorieën omvat, in deel B, blijft de zelfbeoordeling van conformiteit door de fabrikant mogelijk. De betrokkenheid van externe instanties is daarbij een keuze die fabrikanten zelf maken, afhankelijk van de procedure die zij willen toepassen.
Dit moet zorgen voor een evenwicht tussen de noodzaak om het hoogste veiligheidsniveau te waarborgen en de noodzaak om te voorkomen dat de EU-industrie een onevenredige last wordt opgelegd.
De verordening zorgt voor een goed evenwicht tussen digitale en papieren documentatie. Dit betekent dat de medewetgevers in beginsel zijn overeengekomen dat:
Ook wijzigen de regels rond de taal en vertaling van de handleiding en instructies, maar dit moet verder ingevuld worden door elke Europese lidstaat.
Kleine voertuigen voor persoonlijk vervoer en lichte elektrische voertuigen zoals elektrische scooters en elektrische fietsen (< 25 km/u en < 250W) worden niet uitgesloten en blijven dus onder het toepassingsgebied vallen, aangezien deze op grote schaal worden gebruikt, mogelijk gevaarlijk kunnen zijn voor hun gebruikers en er op dit moment nog geen andere wetgeving is die de regels vastlegd.
Alle bijlagen krijgen een nieuw nummer, in chronologische volgorde wanneer er in de wettekst naar verwezen wordt. Dit is eerst naar de gevaarlijke machines, dus dit wordt bijlage I, de essentiële veiligheidseisen komen terecht in bijlage III, … We zullen de nieuwe nummering dus ook onder knie moeten krijgen.
Let wel, de nieuwe machineverordening is nog niet meteen van toepassing. Er is voorzien in een overgangstermijn van 42 maanden, na inwerkingtreding van de verordening, zodat de nieuwe regels van kracht worden op 20 januari 2027. Intussen mag men deze nieuwe regels nog niet toepassen en blijft de ‘oude’ machinerichtlijn nog van toepassing. Deze termijn is echter wel nodig om alle fabrikanten toe te laten aanpassingen aan te brengen, om de Europese Gids voor de toepassing van de nieuwe regels te updaten, om de bijna 700 geharmoniseerde normen te herzien.
💡 Ontdek verschillende modules rond machineveiligheid op Prenne 67