Elektrisch aangedreven voertuigen (EAV's) zijn de afgelopen jaren sterk in opkomst. Daarom is er behoefte aan duidelijke veiligheidsprocedures en risicobeheersingsmethoden voor het werken aan dergelijke mobiele elektrische installaties. Een nieuwe norm van NBN speelt hierop in en voorziet in de groeiende behoefte binnen de snel evoluerende mobiliteitssector.
De nieuwe norm (NBN R 03-001:2021) met betrekking tot het beheersen van risico's bij interventies aan elektrisch aangedreven voertuigen werd gepubliceerd in 2021 en is van kracht sinds 27 mei 2021. Met deze NBN-norm zorgt België voor een veilige werkomgeving voor iedereen die in contact komt met elektrisch aangedreven voertuigen, ongeacht het merk en type voertuig, en of je nu werknemer of technieker bent.
Het doel van deze norm is dat zowel de werkgever als de werknemer kennis hebben van de juiste werkmethoden en procedures, afhankelijk van de situatie, locatie en de staat van het elektrisch aangedreven voertuig.
De norm is toepasbaar op de volledige voertuigsector: van reparateurs tot opleidingscentra en hulpdiensten. Uiteraard dient er rekening gehouden te worden met specifieke instructies van individuele fabrikanten/importeurs.
De norm beschrijft de verschillende functieprofielen en verantwoordelijkheden van werknemers die werken aan een elektrisch aangedreven voertuig, en welke kwalificaties en opleiding zij moeten hebben om bepaalde werkzaamheden te mogen uitvoeren.
Er wordt ook veel aandacht besteed aan het beheersen van risico's via een risicobeoordeling. Specifieke werkprocedures worden onderzocht, waarbij bevoegdheden en opleidingsniveaus een cruciale rol spelen. Beslissingsbomen voor interventiestappen en voorbeelden van werkdocumenten en relevante wetgeving maken de norm compleet.
In de norm vind je onder andere een bijlage met een model voor een werkvergunning voor interventies aan elektrische voertuigen, evenals instructies voor werkprocedures en preventieve maatregelen. Bovendien biedt de norm duidelijke richtlijnen voor veilig werken aan elektrische voertuigen en het omgaan met (met name de opslag van) batterijen.
De verschillende opleidingsniveaus zijn overgenomen van de bekwaamheidsniveaus uit het AREI. Een niet-opgeleid persoon komt overeen met BA1 (gewoon personeel), een opgeleid persoon met BA4 (gewaarschuwd) en een vakbekwaam persoon met BA5. De werk- en installatieverantwoordelijken uit het AREI hebben dezelfde naam behouden.
Verschillende belanghebbenden uit de mobiliteitssector (o.a. Kia, BMW, De Lijn, …) en academische sector (o.a. VIVES en Thomas More) hebben in samenwerking met NBN en BEC hard gewerkt om deze goede praktijkcode tot stand te brengen. Aangezien het AREI niet van toepassing is op mobiele toepassingen, was er een grote behoefte om de mobiliteitsindustrie te ondersteunen met dit initiatief. Dit alles is gebeurd met toestemming en ondersteuning van Agoria.
Mohamed Amrani (Co-Founder en Partner bij IAS): “Zoals we weten is veiligheid een cultuur, een mindset. Met deze norm stimuleren we deze visie. De aanleiding en noodzaak voor deze norm was ook snel duidelijk: voor vele KMO’s is het niet evident om preventief te werk te gaan. Met de norm trachten we hen hiervoor een pragmatische oplossing te bieden. We hopen hiermee een duidelijk antwoord te bieden op de vragen van vele zaakvoerders hun preventieadviseurs, zodat ze sneller oplossingen vinden voor de uitdagingen die wij als IAS ook zelf binnen onze eigen KMO zijn tegen gekomen. Samen met z’n allen moeten we op alle aspecten klaar zijn voor deze belangrijke transitie in de mobiliteitswereld.”
Innovative Automotive Services (IAS) is een opleidingspartner voor de mobiliteitssector. Sinds 2012 ontwikkelen ze innovatieve trainingsconcepten op nationaal en internationaal niveau voornamelijk in de auto-industrie. Het aanbod kenmerkt zich door creatieve concepten die gericht zijn op een op skills-gebaseerde trainingsstrategie, waaronder o.a. het opmeten van skills op de werkvloer, virtuele en studio-gebaseerde trainingsconcepten, en het gebruik van data voor de ontwikkeling van geïndividualiseerde trainingsprogramma’s.