In bijna 1 op de 3 bedrijven werden geen kandidaten gevonden voor de sociale verkiezingen of een aantal personen kleiner dan het aantal te verkiezen mandaten en van slechts één bepaalde vakbond. Dat betekent dat de procedure in die bedrijven wordt stopgezet.
Via de sociale verkiezingen kiezen zo’n 2,5 miljoen werknemers de vakbondsvertegenwoordigers die in het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) en in de ondernemingsraad (OR) van hun werkgever zullen zetelen. Dat zijn belangrijke organen, want ze geven de kans aan de medewerkers om met de werkgever te overleggen over het welzijns- en veiligheidsbeleid (CPBW) of geïnformeerd te worden over de financiële en economische toestand van het bedrijf (OR). In de bedrijven waar geen enkele kandidatenlijst is voorgedragen, of waar er minder kandidaten werden voorgedragen dan er mandaten te verdienen zijn, zullen er dit jaar geen sociale verkiezingen zijn. Er moet in die bedrijven zonder kandidaten dan ook geen ondernemingsraad of Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk opgericht worden. In het tweede geval zijn de kandidaten van rechtswege verkozen.
Er zijn vier catgeorieën van werknemers, die elk hun eigen kandidaten kunnen voordragen, volgens bepaalde wettelijke regels. Vooral bij de kaderleden en de jeugdige werknemers (jonger dan 25 jaar op de verkiezingsdag) zijn er geen of heel weinig kandidaten. Ook wat de bedienden betreft zijn er veel stopzettingen. Het is vooral bij de arbeiders dat er veel kandidaten zijn en dit van de verschillende vakbonden. De verkiezingsdag zal dus vooral uitwijzen welke arbeiders van welke vakbond een zitje zullen verdienen in een van de organen van het sociaal overleg. Volgens Nele Mertens, experte sociale verkiezingen bij Acerta Consult, is de belangrijkste reden voor de afwezigheid van kandidaten dat er in kleinere bedrijven meestal al een goed (informeel) overlegmodel bestaat tussen werkgever en werknemer.
30,3 procent van de bedrijven die sociale verkiezingen zullen organiseren, zullen dit doen onder de vorm van e-voting. De medewerkers kunnen dan hun stem uitbrengen via de computer, ofwel in een stembureau ofwel vanop hun gebruikelijke werkplek. De overige 69,7 procent zal stembureaus voorzien waar de medewerkers een papieren stembiljet overhandigd krijgen. Dat blijkt uit een analyse van hr-dienstenbedrijf Acerta Consult op basis van de gegevens van 605 Belgische bedrijven.