De sociale partners van de Hoge Raad voor preventie en bescherming op het werk benadrukken in hun standpunt de essentiële rol van de arbeidsarts in het kader van SARS-COV-2. Zij vragen uitdrukkelijk dat de procedure van contactopsporing een duidelijke, coördinerende rol geeft aan de arbeidsarts.
Een van de wettelijke taken van de arbeidsarts is vermijden dat personen die getroffen zijn door ernstige besmettelijke aandoeningen of die een gevaar betekenen voor de veiligheid van de andere werknemers tot het werk worden toegelaten. Daarom vinden de sociale partners van de Hoge Raad voor preventie en bescherming op het werk het belangrijk dat de rol van de arbeidsarts in het kader van SARS-COV-2 verduidelijkt wordt en een plaats krijgt in de procedures van contactopsporing en uitbraakbeheersing.
De sociale partners hebben reeds eerder aangegeven mee te willen werken aan werkbare procedures voor contactopsporing en uitbraakbeheersing in de onderneming. Omdat de respons uitblijft, zien de sociale partners zich genoodzaakt nu zelf te wijzen op het belang hiervan en op de essentiële rol van de arbeidsarts hierin.
De sociale partners stellen vast dat de bestaande procedures, in geval het om een werknemer gaat, onvoldoende rekening houden met de specifieke situaties in de werkomgeving. Om een efficiënte en effectieve contactopsporing te ontplooien is het noodzakelijk dat de arbeidsarts van de interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk betrokken wordt.
Hij is immers, samen met de werkgever, de besmette werknemer en de interne preventieadviseur(s), zeer goed in staat
Dit werd ook aangegeven in de verklaring van de sociale partners van 1 juli 2020 wat betreft het uitvoeren van PCR-tests en serologische tests.
De sociale partners vragen uitdrukkelijk dat de procedure van contactopsporing een duidelijke, coördinerende rol geeft aan de arbeidsarts. Hij moet ingeschakeld worden vanaf het ogenblik dat een werknemer van de onderneming is besmet. Zo kan hij de hoog en laag risicocontacten in de onderneming in kaart brengen.
Om dit tot een goed einde te brengen heeft hij het volgende nodig:
De arbeidsarts zal ook rekening houden met andere dan strikt professionele contacten met werknemers binnen de onderneming en met eventuele contacten met werknemers van andere ondernemingen.
De arbeidsarts beslist in volle onafhankelijkheid, op basis van de meest recente procedures van Sciensano en rekening houdend met de maatregelen die de werkgever heeft genomen in toepassing van de generieke gids “veilig aan het werk”, evenals van de regelgeving inzake welzijn op het werk, welke de hoog en laag risicocontacten zijn.
Het is essentieel dat de arbeidsarts, zonder tussenkomst van de huisarts van de werknemer, de hoog risicocontacten kan doorverwijzen naar een testcentrum. Daarnaast moet de arbeidsarts de mogelijkheid krijgen om voor de hoogrisicocontacten een quarantaineattest op te stellen.
Bij een positief testresultaat kan de arbeidsarts, indien nodig, onmiddellijk corrigerende initiatieven nemen.
De sociale partners wijzen op de preventieve rol van de arbeidsarts in het kader van testen. Deze rol moet worden opgenomen binnen een sluitend kader, dat voorziet dat de arbeidsarts in de onderneming een test kan uitvoeren of laten uitvoeren door een testcentrum, in specifieke gevallen, voor de volgende werknemers:
Daarnaast is het aan de arbeidsarts om aan de werkgever aanbevelingen te doen inzake situaties die lacunes vertonen op vlak van maatregelen tegen virusoverdracht.
De arbeidsarts baseert zich hiervoor op:
Het is aan de werkgever om deze situaties zo snel mogelijk onder controle te krijgen, met inachtneming van de bevoegdheden van, al naargelang het geval, het comité voor preventie en bescherming op het werk, de vakbondsafvaardiging of de werknemers zelf via rechtstreekse raadpleging. De werkgever en zijn werknemers bezorgen alle noodzakelijke en nuttige informatie aan de arbeidsarts om zijn preventieve en in het bijzonder zijn coördinerende rol ten volle te kunnen vervullen.