Ventilatie tijdens de coronacrisis

Goed ventileren is noodzakelijk voor een gezond binnenklimaat. Het helpt ook om de overdracht van virussen zoals COVID-19 te beperken. Wat moet je weten?

Codex welzijn op het werk

In de codex welzijn op het werk bevinden zich een aantal bepalingen inzake de binnenluchtkwaliteit in werklokalen. Deze werden in 2019 geactualiseerd en bevinden zich in boek III (Arbeidsplaatsen), titel 1 (basiseisen), hoofdstuk IV (luchtverversing: artikel III.1-34 tot artikel III. 1-37).  Deze basisregels zijn verder uitgewerkt in een praktijkrichtlijn.

COVID-19

Deze regels houden uiteraard niet specifiek rekening met COVID-19. Volgens de aanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad wordt aanbevolen dat voor het CO2-niveau in gesloten ruimten moet worden gestreefd naar minder dan 800 ppm, bij voorkeur zelfs lager dan deze waarde. Een CO2-concentratiemeting die hoger is dan de aanbevolen of vereiste waarden is in elk geval een goede indicator van onvoldoende ventilatie en/of een te hoge bezettingsgraad van de ruimte. In dat geval moeten corrigerende maatregelen worden genomen.

Een lagere CO2-concentratie wijst erop dat het ventilatiedebiet redelijk in verhouding is tot het aantal aanwezigen, maar, zoals een voldoende ventilatie, geeft dit nog steeds geen garantie dat er geen infectierisico is.

Specifiek voor de ondernemingen wordt in de generieke gids ‘veilig werken’ gewezen op de noodzaak om te voorzien in voldoende en regelmatige verluchting van de werkruimten en sociale voorzieningen, hetzij door natuurlijke verluchting (bv. via open ramen, deuren of poorten), hetzij door mechanische ventilatie. Het doel is de ruimte zoveel mogelijk te ventileren met verse buitenlucht of met van virus gezuiverde lucht. Indien nodig dient het aantal personen in de binnenruimte te worden verminderd en moet voor extra verluchting worden gezorgd waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van verse buitenlucht.

Preventiehiërarchie

Uiteraard moet op de arbeidsplaats te allen tijde de preventiehiërarchie gerespecteerd worden: telethuiswerk blijft de beste preventiemaatregel om verspreiding van het virus tegen te gaan. Deze maatregel zorgt ervoor dat werknemers niet worden blootgesteld aan risico’s op de werkplek en tijdens verplaatsingen naar en van het werk. Indien werknemers toch naar het werk moeten gaan omdat telethuiswerk niet mogelijk is, moeten social distancing en hygiënemaatregelen maximaal worden toegepast op de werkvloer. Daartoe moeten materiële, technische en/of organisatorische preventiemaatregelen worden genomen. Hierbij blijft steeds het algemene principe gelden dat collectieve maatregelen steeds de voorkeur genieten boven louter individuele maatregelen.

Bron: FOD WASO