Sinds 2005 beschikt België over een nationaal ozon- en hitteplan. De beslissing om een nationaal plan op te stellen dateert van 2003, toen zich in augustus in heel Europa een uitzonderlijk ernstige hittegolf voordeed, met een sterke stijging van het ziekte- en sterftecijfer onder kwetsbare personen tot gevolg.
De autoriteiten hebben een plan opgesteld met zowel drempels voor temperatuur als ozon. Bedoeling van dit plan is om te anticiperen op het opduiken van hitte- en ozonpieken en proactief de maatregelen vast te leggen die de effecten van ozon en hitte op de gezondheid moeten voorkomen en beperken, vooral voor de meest kwetsbare personen.
Het plan bestaat uit 3 fasen:
Fase 1: waakzaamheidsfase
De waakzaamheidsfase gaat elk jaar in vanaf 15 mei en loopt tot en met 30 september.
Fase 2: waarschuwingsfase
Momenteel bevinden we ons in de waarschuwingsfase. Deze fase wordt afgekondigd wanneer een temperatuurdrempel overschreden wordt. De deelstaten hebben elk een warmteactieplan en zijn bevoegd voor de uitvoering ervan.
Fase 3: alarmfase
Wanneer kritieke temperatuur- en ozonwaarden worden opgemeten, kan de Risk Management Group (RMG, voorgezeten door de FOD Volksgezondheid) beslissen om tot de alarmfase over te gaan. Tijdens de alarmfase staat de FOD Volksgezondheid, in nauwe samenwerking met het Nationaal Crisiscentrum en de crisiscentra van de deelstaten, in voor de coördinatie en uitvoering van de gepaste maatregelen om de gevolgen van hitte en ozon voor de gezondheid van de bevolking onder controle te houden.