Werkgerelateerde spier- en skeletaandoeningen vormen samen met werkgerelateerde psychosociale problemen het grootste probleem voor de gezondheid op het werk in Europa. Deze 2 problemen staan niet los van elkaar.
Spier- en skeletaandoeningen zijn een belangrijke oorzaak van pijn en ongemak in de meeste sectoren en beroepen en kunnen leiden tot arbeidsongeschiktheid, langdurig ziekteverlof en – in de ergste chronische gevallen - jobverlies (zo’n 5-10 % van alle gevallen).
Er bestaat consensus over dat werkgerelateerde spier- en skeletaandoeningen terug te voeren zijn op meerdere factoren (biomechanische, organisatorische en psychosociale factoren, naast persoonlijke en medische factoren).
De voornaamste werkgerelateerde biomechanische risicofactoren voor werkgerelateerde spier- en skeletaandoeningen zijn
In twee soorten werksituaties bestaat een risico op werkgerelateerde spier- en skeletaandoeningen:
Psychosociale factoren op het werk kunnen door verhoogde biomechanische blootstelling of het triggeren van de stressmechanismen van invloed zijn op het voorkomen en de intensiteit van werkgerelateerde spier- en skeletaandoeningen. Aanhoudende blootstelling aan psychosociale stressfactoren resulteert in ontregeling van de stresssystemen die langs verschillende routes in wisselwerking treden met het bewegingsapparaat:
Werkgerelateerde stress beïnvloedt de spieractiviteit door gedragsveranderingen die inwerken op de bewegingen en de “werkstijl” (bv. hoger werktempo, veel kracht uitoefenen op toetsenbord en muis, minder vaak pauzeren).
De verbanden tussen psychosociale factoren en werkgerelateerde spier- en skeletaandoeningen werken in twee richtingen. Psychosociale factoren kunnen bijdragen aan het ontstaan van spier- en skeletaandoeningen, maar een werkgerelateerde spier- en skeletaandoening kan zelf ook een slechte psychologische gezondheid veroorzaken.