Verkeersveiligere voertuigen zijn cruciaal om dodehoekongevallen te voorkomen. Daarom ontwikkelde eXia, spin-off van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en imec, de Active Sideguard dodehoeksensoren voor vrachtwagens. Het is wereldwijd het eerste waarschuwingssysteem dat gebruikmaakt van laagfrequente elektrische velden.
De Active Sideguard dodehoeksensoren zijn het resultaat van meer dan 15 jaar onderzoek dat is uitgevoerd aan de VUB.
“De baanbrekende technologie achter de sensoren zet uiterst zwakke laagfrequente elektrische velden in om kwetsbare weggebruikers – zoals fietsers, steppers en voetgangers – die zich in de dodehoek van de vrachtwagen bevinden, te detecteren”, verklaart Bart Truyen, VUB-onderzoeker en gedelegeerd bestuurder van eXia. “In tegenstelling tot bestaande radarsensoren, onderscheiden Active Sideguard sensoren zich door een geavanceerd ruimtelijk detectieproces, dat reikt tot op wegniveau voor een feilloze detectie van alle kwetsbare weggebruikers."
Active Sideguard dodehoeksensoren zijn zowel weersbestendig als robuust, waardoor ze in alle situaties en op alle vrachtvoertuigen betrouwbaar blijven functioneren, en zo de veiligheid van kwetsbare weggebruikers helpen garanderen.
Dit onderzoek werd mede gefinancierd door de Vlaamse overheid. “Deze nieuwe generatie dodehoeksensoren sluiten nauw aan bij de geactualiseerde Europese GSR-regelgeving (General Safety Regulations) die het dodehoekprobleem erkent en aanpakt”, besluit Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken. “Vracht- en ander professioneel vervoer blijft vaak betrokken bij fatale verkeersongevallen. Naast belangrijke inspanningen op het gebied van veilige weginfrastructuur en bewustwordingscampagnes, is er ook aandacht nodig voor verkeersveiligere voertuigen en permanente vorming om bestuurders bewust met deze voertuigen en hun nieuwe technologie te leren omgaan.
Veiligheidsnieuws is hét vakblad voor preventieadviseurs. Het bevat artikels, praktijkcases, nieuwe trends, onderzoeken … Het verschijnt 4 maal per jaar (72 pagina's) in maart, juni, september en december met een oplage van meer dan 8.000 exemplaren (6.500 print en 1.500 digitaal).
