Het uitzonderlijke natte voorjaar heeft ook gevolgen voor het woon-werkverkeer per fiets, blijkt uit een onderzoek van SD Worx naar aanleiding van Wereldfietsdag op 3 juni.
Het aantal werknemers dat de fiets naar het werk neemt, is al enkele jaren in stijgende lijn: van 8 procent in 2018 naar 13 procent naar in 2023, of goed voor een op de acht werknemers in België. Vooral in Vlaanderen is fietsen naar het werk populair: Oost-Vlamingen voeren hierbij het peloton aan (17 procent), gevolgd door werknemers uit Antwerpen (18 procent), West-Vlaanderen (17 procent) en Limburg (14 procent). In Brussel (6 procent) en Vlaams-Brabant (9 procent) wordt het minst naar het werk gefietst.
Verder blijkt uit het onderzoek dat er iets meer vrouwen (14 procent) dan mannen (12 procent) naar het werk fietsen, al doen mannen gemiddeld wel meer kilometers.
Veerle Michiels, mobiliteitsexpert van SD Worx: “Of 2024 een topjaar wordt voor de fiets moet de komende maanden duidelijk worden. Het weer speelt een belangrijke rol. Mei en juni zijn topmaanden, gevolgd door september en oktober. Na vier maanden in 2024 zitten we op bijna 11 procent die de fiets nemen; ten opzichte van 13 procent voor heel 2023. Vooral in april namen minder medewerkers de fiets dan in 2023 (-16 procent).”
Nochtans kan naar het werk fietsen op het einde van de rit een aardige cent opleveren. Veerle Michiels: “Via de nieuwe veralgemeende fietsvergoeding van 0,28 euro per kilometer, of via de oudere facultatieve fietsvergoeding (maximaal 0,35 euro per kilometer). De vergoeding vormt zeker een aanmoediging: het is financieel interessant, want het is vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen en van belastingen.”
Er zijn echter wel een aantal beperkingen. Anders dan de naam doet vermoeden, heeft niet iedereen recht op de ‘veralgemeende’ fietsvergoeding. Denk bijvoorbeeld aan werknemers met een bedrijfswagen. Er geldt daarnaast ook een maximumbedrag van 3500 euro per jaar.