De tarifering van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk (EDPBW) gebeurt vanaf 2016 in vijf tariefgroepen.
Via het KB van 27 november 2015 werd er vanaf 1 januari 2016 een hervorming doorgevoerd van de tarifering van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk (EDPBW). Voor elke werknemer in dienst dient de werkgever een forfaitaire bijdrage te betalen aan de EDPBW waarbij hij is aangesloten. Er zijn 5 verschillende tariefgroepen voor deze bijdrage waarvan de indeling gebeurt op basis van de hoofdactiviteit van de onderneming. Onder hoofdactiviteit wordt de NACE-code van de onderneming begrepen. Wat de grootte van de onderneming betreft, is er een lager tarief tot en met 5 werknemers en een hoger voor ondernemingen met meer dan 5 werknemers. Dit geeft in totaal 10 verschillende tarieven. Het gaat wel om minimumtarieven: het is dus steeds mogelijk dat een externe dienst hogere tarieven hanteert. De tabel met de indeling van werkgevers in tariefgroepen vindt men terug in bijlage II.3-1 van de codex over Welzijn op het werk.
De tarieven, evenals de andere bedragen die in boek II titel 3 van de codex worden vermeld, worden gekoppeld aan de gezondheidsindex, en worden telkens op 1 januari van het jaar aangepast als deze index het voorgaande jaar overschreden werd.
De tarieven zijn gekoppeld aan de hoofdactiviteit van de werkgever zoals bepaald in bijlage II.3-1 van de codex: louter ten informatieve titel worden hierbij ook de NACE-codes voor de RSZ aangegeven. De hoofdactiviteit is de activiteit die door het grootste aantal werknemers van die werkgever wordt uitgevoerd, en is terug te vinden in de KBO-databank. Aangezien de overeenkomst met de externe dienst in principe wordt gesloten met de werkgever als juridische entiteit, geldt als uitgangspunt voor de berekening van de bijdragen de hoofdactiviteit van de juridische entiteit. Ook als de juridische entiteit bestaat uit verschillende technische bedrijfseenheden, dient men in principe hetzelfde tarief te hanteren voor alle werknemers van de juridische entiteit: het tarief is immers gekoppeld aan de hoofdactiviteit van de werkgever (juridische entiteit).
LET OP! De indicatieve NACE-codes die in de codex worden vermeld om de hoofdactiviteit van de werkgever te helpen bepalen, zijn gebaseerd op de NACE-BEL 2008. Vanaf 1 januari 2025 geldt er een vernieuwde NACE-BEL 2025, waardoor een aantal codes wijzigen. Lees er hier meer over.
Dit verandert uiteraard niets aan het feit dat de hoofdactiviteit van de werkgever doorslaggevend blijft. Als de hoofdactiviteit van de werkgever dus dezelfde blijft, zal ook de tariefgroep voor deze werkgever in principe dezelfde blijven, ook al zou de eraan gekoppelde NACE-code wijzigen ingevolge toepassing van de NACE-BEL 2025. De indicatieve NACE-codes in bijlage II.3-1 van de codex zullen in de loop van 2025 worden aangepast.
Bij ministerieel besluit van 10 december 2024 werden de volgende vzw's opnieuw erkend als externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (EDPBW) tot 31 december 2029:
Dit werd op 16 december 2024 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
CLB is tevens erkend. Zij zitten niet in een zelfde erkenningscyclus als de 9 andere. Hun (5-jaarlijkse) erkenning vervalt op 30 juni 2026.