Het Federaal Agentschap voor Beroepsrisico's (Fedris) meldt dat besmetting met het nieuwe coronavirus erkend wordt als beroepsziekte voor het personeel uit de gezondheidszorg.
Aanvragen voor schadeloosstelling moeten wel vergezeld worden van de uitslag van een laboratoriumtest die de aanwezigheid van het coronavirus bevestigt.
Personeel in de gezondheidszorg loopt volgens Fedris "duidelijk een verhoogd risico". Als ze door het virus getroffen worden, komen ze in aanmerking voor een schadeloosstelling wegens beroepsziekte.
"Gevallen van COVID-19 bij personeelsleden die patiënten behandelen of verzorgen en die niet onder een van de genoemde categorieën vallen, kunnen voor erkenning in aanmerking komen als de ziekte in verband kan worden gebracht met een gedocumenteerd professioneel contact met een COVID-19-patiënt."
Om in aanmerking komen voor een schadeloosstelling moet men een aanvraag indienen met daarbij zo veel mogelijk informatie: de aard van de beroepsactiviteit, de medische evolutie van de aandoening en de duur van arbeidsongeschiktheid en uiteraard ook de laboratoriumuitslagen die de infectie aantonen.
Werknemers uit de privésector en stagiairs kunnen hun aanvraag rechtstreeks bij Fedris indienen maar moeten ook een aangifte van arbeidsongeschiktheid indienen bij hun werkgever en ziekenfonds.
Overheidspersoneel moet de aanvraag via de werkgever indienen.
Wie getroffen is, krijgt 90 procent van het basisloon, als het gaat om een tijdelijke arbeidsongeschiktheid. Dat is een pak meer dan de ziektevergoeding van de mutualiteiten. Dat basisloon wordt berekend door te kijken naar het loon van 4 kwartalen geleden en wordt afgetopt op ongeveer 3.730 euro bruto per maand.
Ook het remgeld bij doktersbezoek wordt terugbetaald. Wie blijvende letsels overhoudt, zal een vergoeding krijgen op basis van een beoordeling van die letsels. Die vergoeding kan bovenop het loon komen. In geval van een overlijden, komt er een vergoeding voor de partner of de kinderen.