Tijdens deze coronatijden is het niet enkel van belang om handen te wassen en afstand te bewaren (en mondkapjes te gebruiken), maar moet binnenshuis ook voldoende geventileerd worden.
Verspreiding van SARS-CoV-2 via aerosolen blijkt een grotere rol te spelen dan men aanvankelijk dacht. Wanneer men binnen is, moet er dan ook goed geventileerd worden. Zo blijkt ook uit het recente advies van Sciensano over ventilatie.
Er bestaat ook federale en regionale regelgeving rond binnenklimaat. Hoe kunnen we deze adequaat toepassen in gebouwen die meer en meer geïsoleerd zijn, rekening houdende met de verspreiding van SARS-CoV-2?
De federale regelgeving rond binnenlucht werd in 2012 herzien met het KB 10/10/2012 als onderdeel van de basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten voldoen. Nadien is dit als titel 1 van boek 3 van de codex opgenomen.
In 2019 volgden aanpassing van art. III.1-34 tem art. III.1-37 van de codex. Ten gevolge van deze aanpassing is ook een code van goede praktijk opgesteld. Meer informatie daarover vind je op de website van FOD WASO of in dit Prebes nieuwsitem.
De presentatie van Tom Geens in juni 2019 over impact van indoor air quality op well-being geeft een goed overzicht.
In de Vlaamse regelgeving werd het besluit van 11 juni 2004 aangepast met het besluit van 13 juli 2018. Deze bevat veel meer verontreinigingsparameters dan het federale besluit. Meer informatie hierover vind je op de website van het Agentschap Zorg en Gezondheid. Op deze pagina heb je ook informatie over binnenmilieu in scholen, binnenmilieu bij kinderopvang en een brochure over verluchten en ventileren.
De CO2-concentratie in de werklokalen wordt beschouwd als gewoonlijk lager dan 900 ppm of 1200 ppm respectievelijk, wanneer ? de CO2-concentratie onder deze waarde blijft gedurende 95% van de gebruikstijd ? berekend over maximaal 8 uur ? en uitgaande van een buitenconcentratie van 400 ppm volgens art. III.1-34. §3, lid 3 van de Codex.
Voor dierenwelzijn en het opgroeien van bepaalde dieren is een optimale ventilatie (en dus ook temperatuur, relatieve vochtigheid en CO2-concentratie) ook van belang.
In richtlijn 2007/43/EG m.b.v. welzijn van vleeskippen is er zelfs sprake van maximaal 3000 ppm CO2 ter hoogte van de dieren in de stal. Dit kan je lezen in deze publicatie.
Ook voor het kweken van varkens is een optimaal stalklimaat van belang. Op de website van varkensklimaat heb je een webpagina over stalklimaat (welke de topics klimaat, ventilatie en energie bevat). Je vindt er ook presentaties en codes van goede praktijk.
Op Enerpedia, de agrarische energie-encyclopedie, heb je onder het item varkenshouderij een rubriek ventilatie en ook onder het item pluimveehouderij is een rubriek ventilatie. Onder diverse andere items heb je de rubriek verlichting, in de codex over het welzijn op het werk opgenomen als artikels III.1-31 tem III.1-33.
In Nederland worden de CO2- en NH3-concentraties (naast andere parameters) opgevolgd door het NVWA. Ook bij varkensstallen kunnen de kooldioxide concentraties oplopen tot 3000 ppm. Het project “De slimme stal” waarbij met sensoren de Nederlandse veehouders een hulpmiddel werd geboden het eigen stalklimaat makkelijker bij te kunnen houden, leverde in 2019 een Duitse innovatieprijs op.
In deze omstandigheden staan landbouwers in de stallen bloot aan veel hogere concentraties dan voorzien in de codex.