Verlichting op de werkplek: vaak onderbelicht

De ‘codex over het welzijn op het werk’ verwijst naar de NBN EN 12464-1 voor verlichting van binnenwerkplekken. Deze norm werd in 2021 grondig gewijzigd.

Wat zegt de wet?

Verlichting is opgenomen in de codex over het welzijn op het werk. De werkgever moet ervoor zorgen dat voldoende daglicht aanwezig is, aangevuld met adequate kunstmatige verlichting.

Op basis van een risicoanalyse bepaalt de werkgever de voorwaarden van de verlichting om

  • ongevallen door de aanwezigheid van voorwerpen of hindernissen te voorkomen
  • vermoeidheid van de ogen te voorkomen 

De werkgever die de vereisten van de norm NBN EN 12464-1 (binnenwerkplekverlichting) en de norm NBN EN 12464-2 (buitenwerkplekverlichting) toepast bij het bepalen van de voorwaarden inzake verlichting, wordt vermoed te hebben gehandeld in overeenstemming met deze voorwaarden.

Wanneer de werkgever de normen EN 12464-1 niet wenst toe te passen, moet de verlichting tenminste beantwoorden aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in bijlage III.1-2 van de codex.

Wat staat er in de norm?    

De norm geeft richtlijnen voor verschillende parameters die belangrijke aandachtspunten zijn voor visueel comfort, zoals sterkte, richting, daglicht, ... Deze richtlijnen zijn van toepassing op alle werkposten in binnenruimtes. 

Biologische klok 

Verlichting is niet enkel belangrijk voor de visuele taken maar ook voor biologische, niet-beeldvormende en emotionele effecten. Invloed van licht op de gezondheid en welzijn werd verduidelijkt in de nieuwe bijlage van de norm. Voldoende licht op de juiste tijdstippen en een zicht naar buiten hebben een grote invloed op onder meer concentratie, stemming, stress en productiviteit.

Meer informatie