FOSH staat voor ‘Foresight for Occupational Safety and Health’ en verzamelde afgelopen week (op initiatief van het INRS, het Franse ‘Institut national de recherche et de sécurité pour la prévention des accidents du travail et des maladies professionnelles’) een rist expertenorganisaties in Parijs. Het ultieme doel van de ‘foresight’-oefening is te kunnen beschikken over betrouwbare instrumenten en methoden om te anticiperen op veranderingen op de werkplek om beroepsrisico’s te voorkomen.
Klimaatverandering, geopolitieke verschuivingen, de energiecrisis, de ontwikkeling van automatisering en robotisatie en het gebruik van kunstmatige intelligentie zullen het werk blijven transformeren in de komende jaren. Vraag is hoe die ontwikkelingen precies bijdragen aan de transformatie en wat hun invloed zal zijn op de gezondheid en veiligheid van werknemers?
Geconfronteerd met de groeiende onzekerheden rond de transformatie van de werkplek lanceerden verschillende deelnemende organisaties de afgelopen jaren prognose-initiatieven om hun toekomststrategie vorm te geven. Het doel van strategische toekomstplanning of ‘Foresight’2 is om te anticiperen op de mogelijke gevolgen van economische en sociale transformaties voor de gezondheid en veiligheid van werknemers in de toekomst en op die manier strategieën en de aanpak voor de preventie van beroepsrisico’s te kunnen bijsturen.
De internationale conferentie vormde de eerste gelegenheid om de resultaten te delen van het uitgevoerde prospectief werk en om van gedachten te wisselen over hoe ze kunnen worden gebruikt om de gezondheid van werknemers in de toekomst te beschermen en/of te verbeteren.
Omgaan met onzekerheid en verandering is een grote uitdaging. Ook de sociale partners hebben belang bij studies en instrumenten om toekomststrategieën te ontwikkelen, om verder te gaan dan het voor de hand liggende, om open en adaptieve organisaties te zijn die effectief zijn in het creëren van een omgeving waarbinnen de private sector zich ten volle kan ontplooien.
De resultaten van de conferentie bleken vooral geënt op de macro-sociaal-economische omgeving en daardoor eerder geschikt voor algemene beleidsdoeleinden. Kris De Meester (wellbeing-expert van het VBO) wees er namens de Europese werkgeversorganisatie, BusinessEurope, op dat werkgevers daarnaast vooral geïnteresseerd zijn en nood hebben aan vooruitziendheid m.b.t. factoren die spelen op sector- en ondernemingsniveau. De aanpak moet bovendien voldoende breed zijn.
Andere factoren die niet rechtstreeks verband houden met veiligheid en gezondheid – denk aan evoluties op de arbeidsmarkt, tekort aan voldoende en geschoolde arbeidskrachten, financieringsmogelijkheden en energiezekerheid – zouden wel eens een grotere impact kunnen hebben op het welzijn van de werknemers dan de factoren die er rechtstreeks mee in verband staan.
Tenslotte is het belangrijk dat de institutionele spelers te rade gaan bij de sociale partners waar veel kennis zit over onderliggende factoren van trends en waarvan de leden vaak beschikken over een schat aan data en informatie.