De Arbeidsinspectie - Toezicht Welzijn op het Werk neemt een dubbele maatschappelijke rol op:
De rechten en de plichten van de sociaal inspecteurs zijn beschreven in het Sociaal Strafwetboek. Zo kunnen er inlichtingen en corrigerende adviezen gegeven worden over de meest doeltreffende manier om de verplichtingen uit de wetgeving in te vullen. Als er inbreuken zijn, dan zal de sociaal inspecteur daarvoor een waarschuwing geven.
In 2024 bestonden 79% van de opgestelde documenten uit corrigerende adviezen en schriftelijke waarschuwingen. Uit de cijfers blijkt duidelijk dat de hoeksteen van de werking van de Arbeidsinspectie - Toezicht Welzijn op het Werk eruit bestaat om de werkgevers te ondersteunen om hun welzijnsbeleid verder uit te bouwen.
Wanneer het gevaar voor de veiligheid of de gezondheid van de werknemers te groot is, dan kunnen de sociaal inspecteurs een maatregel opleggen of een activiteit stopzetten (zoals beschreven in art. 43-49 van het Sociaal Strafwetboek).
Dit zijn enkele typische risico’s waarvoor een sociaal inspecteur maatregelen oplegt of de activiteit kan stopzetten.
Onoordeelkundige blootstelling aan stoffen en producten die de gezondheid ernstig kunnen schaden of aanleiding kunnen geven tot vroegtijdige sterfte, zoals:
Deze stoffen en producten werden vastgesteld in de PROBE-studie.
Binnen het preventielandschap zijn er heel wat organen waar werkgevers een beroep op kunnen doen voor ondersteuning. Dit kan bij externe diensten voor preventie en bescherming op het werk, maar evenzeer bij enkele instellingen van sectoren zelf zoals Constructiv in de bouwsector, Woodwize in de houtsector of PreventAgri in de landbouwsector.
Echter, bij zeer ernstige risico’s of zwaarwichtige overtredingen kan enkel de Arbeidsinspectie - Toezicht Welzijn op het Werk tussenkomen via opgelegde maatregelen, stopzettingen en Pro Justitia’s.