Naar aanleiding van zijn Global Human Capital Trends rapport 2024 onthulde Deloitte België lokale inzichten voor ons land. Het globaal rapport, dat gebaseerd is op de perspectieven van 14.000 bedrijfs- en HR-leiders uit 95 landen, benadrukt het belang van transparantie, menselijke duurzaamheid en de verschuiving naar productieve werkomgevingen zonder grenzen. Uit de analyse van dit jaar blijkt dat organisaties die substantiële vooruitgang boeken op deze kernpunten bijna twee keer zoveel kans hebben om de gewenste zakelijke en menselijke resultaten te behalen.
Zowel Belgische leiders als werknemers zijn het erover eens dat het vergroten van het vertrouwen onder werknemers een topprioriteit is voor organisatorisch succes. Maar liefst 86% van de Europese leiders gelooft dat transparantie in de organisatie het vertrouwen van de werknemers vergroot en 87% van de Belgische werknemers vindt dit een belangrijke trend. Met de opkomst van nieuwe technologieën is de relatie tussen transparantie en vertrouwen echter complexer geworden. Nieuwe technologische ontwikkelingen kunnen, als ze niet zorgvuldig worden beheerd, van transparantie een vijand van vertrouwen maken. Het effectief gebruiken van nieuwe transparante gegevens vereist een goed begrip van de relatie tussen transparantie en vertrouwen.
Menselijke duurzaamheid - de mate waarin een organisatie waarde creëert voor haar mensen en hen een groter welzijn en een betere inzetbaarheid biedt - komt in het rapport van dit jaar op de tweede plaats. Driekwart van de Belgische leiders (75%) zegt dat hun organisatie op zijn minst aandacht besteedt aan het aanpakken van de belangrijkste uitdagingen in verband met menselijke duurzaamheid en bijna de helft van hen (49%) zegt bovendien echte vooruitgang te boeken. Er gaapt echter nog steeds een kloof tussen de perceptie van leiders en werknemers over de vooruitgang op het vlak van menselijke duurzaamheid. Terwijl leiders zich steeds meer bewust worden van het belang van menselijke duurzaamheid, moeten werknemers deze inspanningen nog volledig waarnemen: slechts 46% van hen is het eens met de fundamentele stelling dat hun organisatie hen beter heeft achtergelaten dan toen ze begonnen. Dit benadrukt de noodzaak van een gedeelde toewijding aan deze inspanningen.
De cross-functionele, niet-kwantificeerbare aard van het werk van vandaag maakt traditionele productiviteitsmetingen zoals gewerkte uren en tijd besteed aan taken, ontoereikend om de volledige diepte van menselijke prestaties vast te leggen. Tegelijkertijd zorgt de vooruitgang op het gebied van technologie en gegevensverzameling ervoor dat organisaties over zinvollere meetgegevens beschikken. Naarmate de beschikbaarheid van gegevens toeneemt, zullen organisaties moeten nadenken over welke informatie transparant moet worden gemaakt voor welke stakeholders. Meer dan de helft van de Belgische respondenten (54%) zegt dat het zeer of uiterst belangrijk is om te streven naar betere methodes voor het meten van de prestaties en de waarde van werknemers, naast de traditionele productiviteit.
Toch zegt slechts een vijfde van de Belgische respondenten (19%) dat hun organisatie zeer of uiterst effectief is in het evalueren van de waarde die individuele werknemers in hun organisatie creëren, naast het bijhouden van activiteiten of output. Organisaties die het vertrouwen van werknemers in transparante gegevenspraktijken vergroten, zullen daar voordeel uit halen. Als werknemers overtuigd zijn dat hun organisatie hun gegevens op een verantwoorde manier gebruikt, is de kans 35% groter dat ze het bedrijf vertrouwen. Toch blijkt slechts 37% er zeer zeker van te zijn dat hun organisatie gegevens op een zeer verantwoorde manier gebruikt.
Deloitte's 2024 Global Human Capital Trends onderzoek peilde 14.000 bedrijfs- en HR leiders in 95 landen. Naast de brede, globale enquête heeft Deloitte zijn onderzoek dit jaar uitgebreid met specifieke enquêtes onder werknemers en leidinggevenden om het perspectief van de werknemers weer te geven en om te ontdekken waar er een kloof kan bestaan tussen de perceptie van leiders en de realiteit van werknemers. De onderzoeksgegevens zijn ondersteund door meer dan een dozijn interviews met leidinggevenden van hedendaagse toonaangevende organisaties.
De Belgische steekproef omvatte alle sectoren, met als belangrijkste de overheidssector, de consumentensector, de biowetenschappen en de energiesector, die belangrijke sectoren zijn in de Belgische economie. De enquête bevatte ook gegevens van bedrijven van alle groottes, waarbij 60% van de Belgische steekproef bestond uit kleinere bedrijven, wat wijst op het belang van het bestuderen van trends in kleine en middelgrote ondernemingen. De grotere bedrijven maakten 10% uit van de steekproef, wat inzichten verschaft in hoe grote organisaties omgaan met kwesties rond menselijk kapitaal.
Voor meer informatie kan je het volledige rapport bekijken.