Veerle Michiels, mobiliteitsexpert bij SD Worx: “Gemiddeld heeft een op zes van de Belgische werknemers (15%) in 2024 de fiets genomen voor het woon-werk traject en daar een vergoeding voor gekregen. In Vlaanderen ligt dit hoger met een op vijf (20%); in Brussel blijft het beperkt tot 7% en in Wallonië tot 2%. Er zijn grote regionale verschillen.”
Een op vijf Vlamingen fietst geregeld naar het werk (20%). Wie in Oost-Vlaanderen werkt, ligt op kop met een op de vier (24%) die in 2024 naar het werk trapt, gevolgd door werknemers in de provincie Antwerpen (21%) en West-Vlaanderen (21%). Limburg telt 17% fietsende pendelaars. Werknemers in Brussel en Vlaams-Brabant fietsen het minst met resp. 7% en 10% van de werknemers.
De afstand tot het werk is zeer bepalend. Een op de vier werknemers (26%) die tot op 5 km van het werk woont, nam in 2024 de fiets. Dat enthousiasme daalt naar een op de tien werknemers (11%) voor wie op 21 à 30 kilometer van het werk woont. Deze groep legt gemiddeld wel de meeste kilometers af: zo'n 220 kilometer per maand. Dankzij de tussenkomst van de werkgever ontvangt deze groep een mooi extra nettobedrag van gemiddeld 810 euro netto per jaar; en dit door gemiddeld een keer per week naar het werk te fietsen. Dit zal meer zijn in maanden met mooi weer en minder bij guur winterweer. Maar ook wie op maximaal 5 km woont, trapt op jaarbasis gemiddeld bijna 300 euro netto bij elkaar, door gemiddeld minimaal twee keer per week met de fiets naar het werk te komen.
De gemiddelde fietsvergoeding is afgerond 460 euro per jaar of 38 euro netto per maand. Het gemiddelde bedrag nam het voorbije jaar toe met 20%. De mediaan bedraagt 250 euro per jaar: de helft van de Belgen fietst minder dan 250 euro bij elkaar; de helft fietst voor meer dan 250 euro.
Het zijn de werknemers in Vlaams-Brabant die de meeste kilometers naar het werk trappen (134 km per maand gemiddeld) gevolgd door Brussel (137 kilometer per maand) en Antwerpen (130 kilometer gemiddeld per maand). Werknemers in Vlaams-Brabant blijven de kilometer kampioen.
De fietsvergoeding vormt zeker een aanmoediging: het is financieel interessant want het is vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen en van belastingen. De voorwaarde is uiteraard wel dat de werkgever de fietsvergoeding enkel toekent per effectieve getrapte woon-werkkilometer. Daarnaast mag de werknemer zijn werkelijke beroepskosten niet bewijzen in de aangifte personenbelasting. Doet hij dat wel, dan wordt de fietsvergoeding belast.
Voor beide soorten fietsvergoeding werd een maximumbedrag per jaar ingevoerd. Voor 2024 was dat 3.500 euro. Wat daarboven komt als fietsvergoeding wordt dan beschouwd als loon en bijgevolg onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen en belastingen.