In de eerste helft van 2024 hebben wind- en zonne-energie voor het eerst meer elektriciteit geproduceerd dan fossiele brandstoffen in de EU. Dit markeert een belangrijke mijlpaal in de transitie naar duurzame energie in Europa.
De elektriciteitsproductie uit fossiele brandstoffen in de EU daalde in de eerste helft van 2024 met 17% ten opzichte van dezelfde periode in 2023 volgens energiedenktank Ember. Dit betekent een vermindering van 71 terawattuur (TWh), waarbij steenkool met 24% daalde en gas met 14%. Fossiele brandstoffen waren goed voor slechts 27% van de totale elektriciteitsproductie in de EU, een afname ten opzichte van 33% in de eerste helft van 2023.
De belangrijkste drijfveren achter deze daling waren de sterke groei van wind- en zonne-energie. De productie van zonne-energie steeg met 20% (23 TWh) en windenergie nam toe met 9,5% (21 TWh). Hierdoor groeide het aandeel van wind- en zonne-energie in de totale elektriciteitsproductie van 27% in de eerste helft van 2023 naar 30% in 2024, een recordhoogte.
Verhoogde vraag en weersomstandigheden
Hoewel de elektriciteitsvraag in de EU in de eerste helft van 2024 met 0,7% steeg, werd een grotere toename onderdrukt door milde temperaturen. De vraag groeide in landen zoals Zweden (+3,5 TWh), Nederland (+3,3 TWh) en Finland (+2,9 TWh). In Duitsland, waar de vraag voor het derde opeenvolgende jaar daalde, werd een toename van 0,5% opgetekend wanneer gecorrigeerd voor de milde winter.
Historische verschuiving
Wind- en zonne-energie produceerden samen 30% (386 TWh) van de elektriciteit in de eerste helft van 2024, terwijl fossiele brandstoffen slechts 27% (343 TWh) bijdroegen. Voor het eerst produceerden vier lidstaten - Duitsland, België, Hongarije en Nederland - meer elektriciteit uit wind en zon dan uit fossiele brandstoffen in deze periode .
Deze ontwikkeling markeert een structurele verandering in de Europese energievoorziening. Terwijl de groei van wind- en zonnecapaciteit aanhoudt, zal verdere ondersteuning nodig zijn om de integratie van deze energiebronnen te versnellen en economische, veiligheids- en klimaatvoordelen te realiseren.