Werknemers in de dienstenchequesector worden tijdens hun werk blootgesteld aan risico's voor hun welzijn. De belangrijkste risico’s bij huishoudhulpen in de woning van de gebruiker zijn vooreerst een significante blootstelling aan musculoskeletale risico's en aan chemische agentia, waarvan geweten is dat die aanleiding kunnen geven tot beroepsziekten. Daarnaast zijn er ook psychosociale risico’s.
Bovendien houdt het bijzondere karakter van de werkplek in deze sector - bij de gebruiker - in dat het toezicht door de werkgever en/of de leden van de hiërarchische lijn niet permanent kan worden uitgeoefend. Daarenboven is ook het toezicht door de inspectie verre van evident, omdat de sociaal inspecteurs in tegenstelling tot de klassieke arbeidsplaatsen, waar ze steeds vrije toegang toe hebben, slechts in zeer beperkte en welomschreven gevallen gemachtigd zijn om tot woonstbetreding over te gaan gelet op de grondwettelijke onschendbaarheid van de woning.
Gelet op het aantal dienstencheque-ondernemingen die er zijn en die nog nooit (of niet tijdens de campagnes 2022-2023) werden bezocht, werd beslist om tijdens de nationale campagne 2024, 40 ‘nieuwe’, niet eerder geinspecteerde, dienstencheque-ondernemingen te bezoeken. Er werd beslist om per regionale directie 5 nieuwe dienstencheque-ondernemingen, waarvan minstens 1 dienstencheque-onderneming in de publieke sector, te inspecteren.
De campagne 2024 had opnieuw als doelstelling het verbeteren van de arbeidsomstandigheden van de dienstenchequewerknemers (veiligheid en gezondheid) die de activiteit huishoudhulp thuis bij de gebruikers uitvoerden. Rekening houdend met de top 3 van de meest vastgestelde inbreuken tijdens de campagnes 2022 en 2023 en gelet op het aantal dienstencheque-ondernemingen die er zijn en nog niet bezocht zijn tijdens de voorbije campagnes, was het bijkomend doel van de campagne 2024 om de zichtbaarheid van de inspectie te verhogen en meer dienstencheque-ondernemingen te bereiken.
Tijdens de nationale campagne 2024 werden opnieuw een aantal kernpunten van de reglementering die het welzijn van de werknemers moeten garanderen, onderzocht in de dienstencheque-onderneming en werd daar nagegaan hoe het toezicht op de naleving van de verplichtingen voorzien in de welzijnsreglementering wordt uitgeoefend. De sociaal inspecteurs van de Arbeidsinspectie- Algemene directie Toezicht op het welzijn op het werk (AD TWW) hebben onderzocht of de essentiële elementen van het dynamisch risicobeheersysteem (DRBS) werden toegepast en dat de nodige preventiemaatregelen werden genomen. Aandacht werd hierbij besteed of de aanwezige risicoanalyses correct en volledig waren, alsook of de werknemers onderworpen werden aan een voorafgaand en periodiek gezondheidstoezicht, met name voor gezondheidsrisico’s ten gevolge musculoskeletale risico’s en de blootstelling aan chemische agentia.
Voorts werd bijzondere aandacht besteed aan de validering door de werkgever van de tijdens de opleiding door de werknemers verworven vaardigheden, alsook aan het effectieve toezicht door de werkgever op de toepassing van deze vaardigheden door de werknemers op de werkplek, meer bepaald bij de gebruiker thuis.
In het kader van deze nationale campagne werden tussen september en december 2024 door de acht regionale directies van de Arbeidsinspectie - AD TWW in totaal 40 inspectiebezoeken uitgevoerd binnen het Thematische Handhavingsprogramma van het MANCP. Van de 40 bezoeken in de dienstencheque-ondernemingen werden 40 schriftelijke waarschuwingen overeenkomstig artikel 21,2° SSW opgesteld.
Net als bij de vorige 2 campagnes in 2022 en 2023, blijft de top 3 van de meest vastgestelde inbreuken ongewijzigd. (De percentages tussen haakjes geven het aantal dienstencheque-ondernemingen weer dat in overtreding was):
Tijdens de campagne 2024 werd opnieuw vastgesteld dat sommige dienstencheque-ondernemingen hun verplichtingen inzake het gezondheidstoezicht niet naleven omdat de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, bij wie ze zijn aangesloten, geen gezondheidstoezicht organiseert voor deze specifieke categorie van werknemers. Dit is doorgaans te wijten aan een gebrek aan correcte en volledige risicoanalyses. Zowel voorafgaand als periodiek gezondheidstoezicht is nodig tenzij men door het toepassen van voldoende preventiemaatregelen er daadwerkelijk in zou slagen om de risico’s die aanleiding geven tot deze verplichting te elimineren.
Naar aanleiding van de resultaten van de voorbije campagnes in 2022, 2023 en 2024 blijft het belangrijk om zowel werkgevers als externe diensten voor preventie en bescherming op het werk bewust te maken van de specifieke verplichtingen inzake welzijn voor de dienstencheque-werknemers.
De resultaten van deze campagne zullen nu overgemaakt worden aan de voorzitter van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk alsook aan de voorzitter van het Paritair sub-comité 322.01 voor de erkende ondernemingen die buurtwerken- of diensten leveren, voor verdere bespreking.
Op basis van de analyse van de resultaten van deze campagne en de bespreking ervan met de sociale partners, zullen de betrokken administraties vervolgens voorstellen uitwerken om het welzijn van de categorie van werknemers te verbeteren, en dit zowel op het vlak van regelgeving, sensibilisering als handhaving.